Botsende Houdingen Betreffende De Relaties Tussen Islam En Wetenschap En Het Concept Van Wetenschap

Gedurende vele jaren hebben sommige Moslim intellectuelen de Islam zélf beschuldigt als de oorzaak van de achteruitstelling van de Moslimbevolking. Dit deden ze, beïnvloedt door de Westerse overheersing over hun gebieden, kennis en wetenschap. Zij vergaten de voorbije 11 eeuwen van Islamitische bloei en spraken alsof de geschiedenis der Islam slechts in de 18 e eeuw begon. Bovendien begingen ze de treurige vergissing van de relatie tussen wetenschap en religie in het algemeen, slechts in de specifieke termen te zien van de verhouding tussen wetenschap en Christendom. Zij verrichtten zelfs geen oppervlakkige studie van Islam en diens lange geschiedenis. Hiertegenover, stelden andere Moslimgeleerden dat wetenschap en technologie helemaal moesten worden veroordeelt en volgden daarmee sommigen Westerse collega's. Dit deden zij onder invloed van het waarnemen van rampen zoals de atoombommen, massamoord, milieuvervuiling, het verlies van alle morele en spirituele waarden, het delirium van de moderne mens enz. Wetenschap en technologie brachten volgens hen alleen maar ellende, tekorten van de pure wetenschap en de mislukking om de mens geluk en welvaart te brengen. Zij namen een praktisch zuivere idealistische houding aan. Nochtans is de benadering van Islam de middenweg. De moderne wetenschappelijke benadering wordt noch verworpen, noch veroordeeld en al evenmin vergoddelijkt.

Het is waar dat wetenschap de meest aanbeden 'fetisj' of 'afgod' is geweest van de moderne mens gedurende bijna tweehonderd jaar. Wetenschappers geloofden ooit dat ze elk verschijnsel konden verklaren met wetenschappelijke ontdekkingen en de wet van oorzaak en gevolg. Nochtans hebben moderne fysici de 'theoretische' fundamenten vernietigd van mechanische fysica en onthuld dat het universum geen raderwerk is waarin sommige delen werken, overeenkomstig strikte, onveranderlijke wetten van oorzakelijkheid en absoluut determinisme. Het is eerder zo, dat ondanks de schitterende harmonie en prachtige orde, het zo complex is en onbepaalbaar, als we ons over de mysteries buigen, dat er steeds nieuwe mysteries bijkomen. Met andere woorden: hoe meer we leren over het universum, hoe meer we ons bewust worden over onze onwetendheid. Experts in atoomwetenschappen zeggen dat niemand zeker kan zijn het universum zich in dezelfde toestand zal bevinden binnen enkele ogenblikken, dan de toestand nu. Alhoewel het universum functioneert volgens zekere wetten, zijn deze wetten niet absoluut en interessanter nog, zij hebben geen reëel of materieel bestaan. Hun bestaan is eerder nominaal, dat wil zeggen: we leiden het af uit waarneming van natuurlijke gebeurtenissen en fenomenen. Het is bovendien zeer twijfelachtig in welke mate zij deel uitmaken van de schepping en het doen werken der dingen. Bijvoorbeeld: wetenschappers kunnen zeggen dat een zaad aarde, lucht en water nodig heeft om te kunnen uitgroeien tot een boom. Nochtans zijn dit geen voldoende redenen om een boom te laten ontstaan. Het bestaan van een boom vergt nauwkeurige berekeningen en verhoudingen en op voorhand vastgelegde verhoudingen van zaad, aarde, lucht en water. Wetenschap moet ook verklaren hoe dit proces is begonnen en hoe verschillende zaden leidden tot verschillende planten. Wetenschap verklaart slechts hoé de dingen gebeuren en denk het probleem van het ontstaan te kunnen oplossen door het toe te schrijven aan 'natuur' of 'zelforganisatie' of dergelijke noties of concepten als 'noodzaak' of 'toevalskans'.

De natuur is vanzelfsprekend een ontwerp, niet de ontwerper; een ontvangend vat, niet de vuller; een samenstelling, niet de samensteller; een bevel, niet de bevelgever; iets wat gedrukt wordt, niet de drukker. Het is een verzameling van wetten die zijn vastgelegd door de Goddelijke Wil, wetten die ons intellect kan vatten maar die in zichzelf geen macht hebben, noch materiële realiteit. Bestaan toekennen aan 'zelforganisatie' of noodzaak en toeval, is puur zelfbedrog. We zien vanzelfsprekend dat het bestaan absolute kennis tentoonspreidt, absolute wijsheid, absolute wil en absolute macht. Toevalskans, zelfvorming en noodzaak zijn slechts concepten zonder dergelijke materiële realiteit die kan worden toegeschreven aan kennis, wijsheid, wil en macht.

Ondanks de rampen die wetenschap en technologie over de mensheid hebben gebracht en de vergissingen van de zuiver wetenschappelijke benadering in het zoeken naar de waarheid, zowel als het falen van wetenschap en technologie om de mens geluk te brengen, is het niet juist om wetenschap en technologie helemaal te veroordelen en een, haast zuiver idealistische houding aan te nemen. Alhoewel de mens inderdaad is herleid, menselijke gevoelens verminderd zijn en zekere menselijke deugden, samen met de gezondheid en het denkvermogen in zekere mate beschadigd zijn, is het toch onjuist om dit alles aan wetenschap en technologie toe te schrijven. De fout ligt eerder bij de wetenschappers zélf, die hun verantwoordelijkheden ontduiken en wetenschap zich hebben laten ontwikkelen in een materialistische en haast zuivere 'wetenschappelijke' sfeer. Dit werd door een onverantwoordelijke minderheid uitgebuit. Vele onrustbarende omstandigheden hadden waarschijnlijk niet bestaan als de wetenschappers een bewustzijn van hun sociale verantwoordelijkheid hadden en als wetenschappen zich niet hadden ontwikkeld, door de tekortkomingen van het Christendom, als grotendeels tegengesteld aan religie.

De natuurlijke wereld lijkt op een boek dat aan de mens wordt voorgesteld om te bestuderen, vloeiend naar de toekomst als een snelle vloed van energie en levenskracht en soms lijkend op een schitterende tuin, een tentoonstelling die blijvend moet in acht genomen worden en een schat die aan zijn hoede wordt toevertrouwd en waarvan de mens, binnen beperkingen, mag van genieten. Wat de mens moet doen, in deze vertrouwensopdracht is, door de betekenis en de inhoud te bestuderen, de natuur uit te baten op een manier waar zowel de huidige als de toekomstige generaties voordeel uit kunnen halen. Als we willen, kunnen we deze verhouding tussen de mens en de natuur 'wetenschap' noemen.

Wetenschap kan ook worden beschreven als een inzicht in wat de dingen en gebeurtenissen ons vertellen en wat de Goddelijke wetten die over het universum heersen, ons onthullen. Het betekent streven naar het begrip van het doel der Schepper. De mens die werd geschapen met als doel van over alle dingen te heersen, moet kunnen observeren, lezen , onderscheiden en leren over de hele omgeving. Dan moet de mens een manier zoeken om zijn invloed uit te oefenen over gebeurtenissen en deze aan zichzelf onderwerpen. Op dit punt, door het voorschrift van de Geëerde Schepper, zal alles zich aan de mens onderwerpen en zal de mens zich aan God onderwerpen.

De mens moet helemaal niet bang zijn van wetenschap. Het gevaar ligt niet bij de wetenschap zelf en bij net stichten van een nieuwe wereld, overeenkomstig wetenschap, maar eerder bij onwetendheid en de onverantwoordelijkheid van wetenschappers die het bestaan uitbuiten voor hun eigen, egoïstische interesses.

Echte wetenschap bestaat in het richten van het intellect naar de Eeuwigheid zonder te verwachten van enig materieel voordeel te halen; onvermoeibaar en gedetailleerd studeren om in het bestaan de absolute waarheid aan de grondslag te ontdekken. Zonder deze essentiële regels te volgen, kan wetenschap niet uitvoeren wat we ervan verwachten, namelijk de methodes te volgen die voor dit doel nodig zijn. Meestal wordt dit voorgesteld als een conflict tussen Christendom en wetenschap terwijl de conflicten in de Renaissance periode vooral tussen wetenschappers en de Kerk plaatsvonden. Noch Copernicus noch Galilei noch Bacon waren antireligieus. Het kan zelfs worden gesteld dat het precies hun religieus engagement was dat in de zielen der mensen de liefde ontstak voor de waarheid en het idee dat deze waarheid kon worden bereikt. Voorafgaand aan het Christendom was het de Islam, de religieuze gedachte ontspringend aan de eeuwigheid, de liefde en ijver die hieruit volgden, vergezeld van het gevoel van armoede en machteloosheid tegenover de eeuwige, Almachtige en Al-Uitbundige Schepper van de kosmos, die de achtergrond vormde van de grote wetenschappelijke vooruitgang in de Moslimwereld, gedurende 500 jaar, tot aan het einde van de 12e eeuw.

Het idee van wetenschap als voortbouwend op de Openbaring van God, gaf een impuls aan wetenschapsbeoefening in de Moslimwereld. Dit werd haast perfect vertegenwoordigd door grote geleerden uit de geschiedenis die, begeesterd door de eeuwigheidsgedachte, het bestaan onvermoeibaar bestudeerden om de eeuwigheid te bereiken. Door hun deugdzame toewijding aan de Goddelijke Openbaring, verspreidde Zijn intellect een licht dat in de menselijke zielen een nieuwe opvatting over wetenschap deed ontstaan. Indien dit concept, goedgekeurd door en geschikt voor alle delen van de gemeenschap, alsof het een deel de Goddelijke Boodschap was dat werd nagestreefd met de ijver van de aanbidding, niet was blootgesteld aan het vernielende tumult van invasies uit Azië en de schijnbaar eindeloze en genadeloze Kruisvaarten uit Europa, dan zou de hedendaagse wereld zeker meer verlicht zijn dan hij nu is. Het intellectueel leven zou rijker zijn, de technologie meer samenhangend en de wetenschappen veelbelovender. Want dit Islamitisch wetenschapsconcept was ingebed in het verlangen naar eeuwigheid, het ideaal van nuttigheid voor de hele mensheid en de verantwoordelijkheid in het hanteren van dingen in het belang van de goedkeuring van de Almachtige God.

Het is de liefde voor waarheid die de echte richting aangeeft voor wetenschappelijke studies. Dit betekent: het bestaan benaderen zonder enig materieel voordeel na te streven of wereldse macht en de waarheid bestuderen en erkennen zoals ze is. Wie met deze waarheidsliefde is uitgerust kan steeds het eindstadium van de studie bereiken. Wie door wereldse verlangens is aangetast, materiële streving en ideologische vooroordelen en fanatisme en geen waarheidsliefde kan ontwikkelen, zal geen succes kennen in de studie of erger nog, de richting der studie afleiden en er een dodelijk wapen van maken tegen het beste der menselijke mogelijkheden. Intellectuelen, opleidingsinstituten en massamedia hebben een vitale taak uit te voeren voor het welzijn der mensheid, moderne wetenschappelijke studies uitvoeren en de dodelijk vergiftigde atmosfeer van materiële streving doorbreken. Zij moeten wetenschappers leiden naar de hogere menselijke waarden. De eerste voorwaarde voor een dergelijke morele richting in wetenschapsbeoefening is van het intellect te bevrijden van ideologische vooroordelen en fanatisme en van de zielen te zuiveren van het nastreven van materiële rijkdom en voordelen. Dit is ook de eerste voorwaarde om de echte denkvrijheid te behoeden en juiste wetenschap te beoefenen. Wetenschappers moeten zélf trachten vrij te blijven van dezelfde beschuldigingen die zij in het verleden hebben geformuleerd tegen de 'clerus' en de 'Kerk' die zij gedurende eeuwen hebben bestreden omdat ze fanatiek, engdenkend waren en uitgeholde, corrupte concepten hanteerden in naam van religie.

Er is geen verschil tussen intellectuele en wetenschappelijke dictatuur die uit eigenbelang en machtshonger voortvloeit en het machtshongerige en ideologisch- wetenschappelijk fanatisme. Evenmin is er verschil met het beperkende denken en het corrupte gebruik van religieuze voorschriften door een 'Kerk'. Islam schrijft de studie der natuur voor, zoals uit talrijke verzen blijkt. De natuur is immers een tentoonstelling van Goddelijke werken die oproept tot schepping en het geschapenen, tot een verantwoordelijke benadering, zonder onrust of corruptie in de wereld te veroorzaken. Indien bestudeerd zonder vooroordelen en vooraf vastgelegde ideeën, zal de Qur'an verschijnen zoals die in werkelijkheid is: als een promotor van de liefde voor de wetenschap, de mensheid, rechtvaardigheid en orde. Gebaseerd op de Qur'an, heeft Islam kennis gesticht en het zoeken ernaar. Dit gebaseerd op de bedoeling van de betekenis van het bestaan te ontdekken om zo de Schepper te bereiken en voordeel voor alle mensen te bekomen, zelfs voor de hele Schepping en dit te combineren met geloof, liefde en onbaatzuchtigheid. Dit leren we uit de Qur'an evenals uit het voorbeeldige leven van de Profeet Mohammed, vzmh, en het gedrag van velen die dit perfect in woord en daad hebben uitgevoerd.

Er is dus voor de mens geen reden om bang te zijn voor wetenschap. We erkennen dat sommige geplande ondernemingen soms slechte resultaten kunnen geven maar het is zeker dat onwetendheid en desorganisatie steeds slechte resultaten geven. Hiervoor, in plaats van ons te verzetten tegen de producten van wetenschap en technologie, is het noodzakelijk hen te gebruiken om de mens geluk te bezorgen. Dit is het grootste probleem voor de mensheid. Het is gewoon onmogelijk om maatregelen te nemen tegen de ruimtevaart of de kennis te verwijderen, bij sommige mensen, over de aanmaak van atoom- of waterstofbommen.

Vermits het vaststaat dat wetenschap een dodelijk wapen kan zijn in de handen van een kleine minderheid, moeten we nochtans de wetenschap en diens producten aannemen om een beschaving te stichten waar de mens zijn geluk kan verzekeren in deze wereld en de volgende. Het is nutteloos om de fabrieken en de machines te vervloeken omdat machines en fabrieken zullen blijven verder werken. Dus is wetenschap en diens producten blijvend schadelijk totdat mensen van geloof en waarheid de leiding zullen overnemen van dingen en gebeurtenissen.

De mensheid heeft nooit geleden door een wapen in de handen van een engel. Alles waaronder mensen leden, is afkomstig van ambitieuze zielen die alleen geloven dat 'macht juist is'. dit zal zo blijven totdat de mensheid een wereld bouwt op de grondvesten van geloof en wetenschap.

Pin It
  • Aangemaakt op .
Copyright © 2024 Website van Fethullah Gülen. Alle rechten voorbehouden.
fgulen.com is de officiële website van bekende Turkse geleerde en denker Fethullah Gülen.